C1 – Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee
Wanneer het bord wordt gebruikt bij tijdelijke afsluitingen, moet het, behalve op bijvoorbeeld de hekken die de afsluiting vormen, tevens rechts van de weg in de berm worden geplaatst. Hekken kunnen namelijk verplaatst worden en dan zou er geen bord meer aanwezig zijn.
Omdat de weg in beide richtingen gesloten is, mogen hier geen voertuigen geparkeerd zijn. Is dit toch het geval, kun je hiervoor een boete krijgen. Er hoeft niet geconstateerd te zijn dat je de weg bent ingereden, aangezien het “gebruik” van de weg niet is toegestaan.
Je mag ook niet met een fiets, bromfiets, motorfiets of ander voertuig deze weg inlopen. De weg is namelijk gesloten voor voertuigen.
Zonder voertuig aan de hand mag je deze weg wel inlopen.
Op dit bord kunnen diverse uitzonderingen van toepassing zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
C2 – Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee
Dit bord kom je vaak tegen langs grachten. Als een weg is gescheiden door water mag je deze aan beide kanten inrijden. Dit kan langs de meeste grachten echter niet, daar deze te smal zijn voor verkeer in twee richtingen.
Om spookrijden op autosnelwegen te voorkomen worden langs alle afritten deze borden geplaatst. Het bord heeft dan een onderbord met de tekst “ga terug”.
Door middel van onderborden kan dit bord gelden voor bepaalde categorieën voertuigen of kunnen bepaalde categorieën worden uitgezonderd.
Dit bord wordt niet toegepast bij T-kruispunten, waar toepassing van bord C4, dan wel D4 of D5 mogelijk is. Dit omdat je aan deze borden al de verplichte rijrichting kunt zien.
Dit bord wordt niet geplaatst als uit andere borden, of uit de situatie duidelijk blijkt dat een geslotenverklaring in één richting geldt. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij een dubbele rijbaan of rijbaansplitsing met een smalle middenberm. Bij een middenberm die breder is dan 18 meter en in andere gevaarlijke situaties wordt het bord juist wel geplaatst in verband met gevaar voor spookrijden.
Er is vaak sprake van beperkt éénrichtingsverkeer. Fietsers en/of bromfietsers zijn dan uitgezonderd en mogen deze weg wel inrijden. Dit kun je op het onderbord zien aan de tekst: Uitgezonderd met de afbeeldingen van een fiets en/of bromfiets.
Overigens kunnen ook andere voertuigen uitgezonderd zijn.
Aan de andere zijde van de weg, waarvandaan het inrijden wel is toegestaan staat dan bord C3 of C4 met dezelfde tekst op het onderbord.
Bestuurders die uit een zijweg komen waar dit bord geplaatst is, sorteren vaak geheel links voor. Hierdoor zijn zij “eerder” bij je. Hou hier rekening mee.
C3 – Eenrichtingsweg
Er is vaak sprake van beperkt éénrichtingsverkeer. Fietsers en/of bromfietsers zijn dan uitgezonderd en mogen vanaf de andere kant deze weg wel inrijden. Dit kun je op het onderbord zien aan de tekst: Uitgezonderd met de afbeeldingen van een fiets en/of bromfiets.
Aan de andere zijde van de weg, waarvandaan het inrijden wel is toegestaan staat dan bord C2 met dezelfde tekst op het onderbord.
Overigens kunnen ook andere voertuigen uitgezonderd zijn.
In al deze gevallen moet je wel rekening houden met tegenliggers. Als je links af wilt slaan sorteer je op deze wegen niet geheel links voor, maar tegen de as van de weg. Anders hinder je eventueel bestuurders die deze weg in willen rijden.
C4 – Eenrichtingsweg
Indien dit bord geplaatst is, hoef je niet te verwachten dat er tegemoetkomende bestuurders aankomen. Wees echter altijd op je hoede want er kan altijd iemand zijn die tegen de regels in toch de weg van de andere kant inrijdt.
Als je gaat voorsorteren om links af te slaan doe je dat in het algemeen geheel links.
Wegen waar dit bord geplaatst is zijn vaak smal. Er zijn dan ook vaak parkeerverboden.
Op wegen waar dit bord geplaatst is, mag je niet keren of achteruitrijden. Achteruitrijden om te parkeren mag uiteraard wel.
Door middel van onderborden kan dit bord gelden voor bepaalde categorieën voertuigen of kunnen bepaalde categorieën worden uitgezonderd. In dat geval moet je wel rekening houden met tegenliggers. Als je links af wilt slaan moet je in deze situaties voorsorteren tegen de weg-as aan.
C5 – Inrijden toegestaan
Om verwarring met naastliggende rijbanen te voorkomen mag het bord aan de linkerzijde van de weg worden geplaatst.
Door middel van onderborden kan het bord alleen van toepassing worden verklaard voor een bepaalde categorie weggebruikers. Dat betreft dan bepaalde voertuigcategorieën zoals bromfietsen, personenauto’s, vrachtauto’s en dergelijke.
C6 – Gesloten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen
Motorfietsen mogen deze weg wel in rijden en dat doen zij dan ook.
Voor motorfietsen met zijspan is de weg wel gesloten.
Een motorfiets met zijspan zorgt voor verwarring. Een motorfiets met zijspanwagen is een motorvoertuig op meer dan twee wielen.
Een motorfiets met aanhangwagen blijft wel een motorvoertuig op twee wielen.
Wanneer je als motorrijder deze weg inrijdt, moet je er rekening mee houden dat tegemoetkomende bestuurders ten onrechte kunnen denken dat jij deze weg niet mag inrijden.
Houd rekening met wegrijdende automobilisten. De kans is groot dat zij geen motorrijders verwachten uit jouw richting. Let op bestuurders in geparkeerde voertuigen en pas jouw snelheid aan.
De brommobiel is volgens het RVV een aparte voertuigcategorie, waarvan de bestuurders de gedragsregels voor motorvoertuigen moeten volgen. Dit houdt in dat deze weg eveneens gesloten is voor brommobielen.
Bij toepassing van geslotenverklaringen, die aan één begin van de weg worden geplaatst, kan slechts worden opgetreden tegen bestuurders die de betrokken weg aan die zijde inrijden of ingaan. Tegen het gebruik van de weg kan op grond van de geslotenverklaring dan niet worden opgetreden. Je kan namelijk vertellen dat je vanaf de andere zijde deze weg achteruit bent ingereden.
C7 – Gesloten voor vrachtauto’s
Het is wel mogelijk dat er vrachtauto’s uit deze weg komen rijden, daar het bord alleen geldt voor de zijde van de weg waar deze is geplaatst.
Soms worden hele winkelgebieden of stadscentra gesloten voor vrachtauto’s. Dit gebeurd dan door het plaatsen van een zone bord.
Door middel van een onderbord is het mogelijk om vrachtauto’s tussen bepaalde tijdstippen wel toe te laten om winkels te kunnen bevoorraden.
C7a – Gesloten voor autobussen
Het is wel mogelijk dat er autobussen uit deze weg komen rijden, daar het bord alleen geldt voor de zijde van de weg waar deze is geplaatst.
Soms worden hele stadscentra gesloten voor autobussen. Dit gebeurd dan door het plaatsen van een zone bord.
C7b _ Gesloten voor autobussen en vrachtauto’s
Het is wel mogelijk dat er autobussen of vrachtauto’s uit deze weg komen rijden, daar het bord alleen geldt voor de zijde van de weg waar deze is geplaatst.
Soms worden hele winkelgebieden of stadscentra gesloten voor autobussen en vrachtauto’s. Dit gebeurd dan door het plaatsen van een zone bord.
Door middel van een onderbord is het mogelijk om autobussen en vrachtauto’s tussen bepaalde tijdstippen wel toe te laten om winkels te kunnen bevoorraden.
C8 – Gesloten voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h
Vaak is er een parallelweg aanwezig. De landbouwers zullen toch bij hun land moeten komen.
Dit bord is vaak geplaatst in landbouwgebieden. Op deze weg kom je geen landbouwvoertuigen, verwacht deze echter wel op andere wegen in deze omgeving.
Let bij kruispunten op langzaam overstekende landbouwvoertuigen en op zand of modder op de weg.
Deze weg is alleen gesloten voor deze categorie. Snorfietsers, bromfietsers, brommobielen, ruiters, vrachtauto’s en dergelijke mogen deze weg wel inrijden.
C9 – Gesloten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen
Let bij kruispunten op langzaam overstekende landbouwvoertuigen en op zand of modder op de weg.
Dit bord wordt met name toegepast op 80 kilometer wegen met volledige gesloten verklaring buiten de bebouwde kom (de gebiedsontsluitingsweg). Het betreft dan in alle gevallen een voorrangsweg. Dit betekent dat het bord vaak gecombineerd wordt met bord B1.
C10 – Gesloten voor motorvoertuigen met aanhangwagen
Dit bord is vaak geplaatst bij smallere wegen met weinig uitwijkmogelijkheden of met veel bochten.
Bij toepassing van geslotenverklaringen, die aan één begin van de weg worden geplaatst, kan slechts worden opgetreden tegen bestuurders die de betrokken weg aan die zijde inrijden of ingaan. Tegen het gebruik van de weg kan op grond van de geslotenverklaring dan niet worden opgetreden. Je kan namelijk vertellen dat je vanaf de andere zijde deze weg achteruit bent ingereden.
C11 – Gesloten voor motorfietsen
Bij toepassing van geslotenverklaringen, die aan één begin van de weg worden geplaatst, kan slechts worden opgetreden tegen bestuurders die de betrokken weg aan die zijde inrijden of ingaan. Tegen het gebruik van de weg kan op grond van de geslotenverklaring dan niet worden opgetreden. Je kunt namelijk vertellen dat je deze weg bent ingelopen.
C12 – Gesloten voor alle motorvoertuigen
Bij toepassing van geslotenverklaringen, die aan één begin van de weg worden geplaatst, kan slechts worden opgetreden tegen bestuurders die de betrokken weg aan die zijde inrijden of ingaan. Tegen het gebruik van de weg kan op grond van de geslotenverklaring dan niet worden opgetreden. Je kunt namelijk vertellen dat je vanaf de andere zijde deze weg achteruit bent ingereden.
Door middel van onderborden kunnen bepaalde categorieën worden uitgezonderd.
C13 – Gesloten voor bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen, met in werking zijnde motor
Vaak is dit bord geplaatst op plekken waar veel ander verkeer komt, bijvoorbeeld veel voetgangers en fietsers.
Dit bord is wel eens geplaatst waar veel bejaarden wonen. Het voorkomen van geluidsoverlast is dan het doel.
Het bord is ook geplaatst in de omgeving van opritten naar auto(snel)wegen. Bromfietsers worden dan over verplichte fiets/bromfietspaden geleid, uit angst dat bromfietsers per ongeluk de autosnelweg oprijden.
C14 – Gesloten voor fietsen en voor gehandicaptenvoertuigen zonder motor
Meestal is er een fietspad aanwezig.
Bromfietsen mogen hier wel rijden, dus houdt hier rekening mee.
C15 – Gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen
Dit bord is vaak geplaatst bij winkelstraten. Het is gevaarlijk om tussen het winkelende publiek door te rijden.
Dit bord komt ook voor op punten die gevaarlijk kunnen zijn voor de voertuigen zelf. Hier zijn dan meestal vrijliggende fiets-bromfietspaden aanwezig.
C16 – Gesloten voor voetgangers
Krijg je als bestuurder met pech te maken, hou er dan rekening mee dat het overige verkeer hier geen voetgangers verwacht.
C17 – Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord is aangegeven
Dit bord is meestal geplaatst op plaatsen waar de weg zich niet leent voor voertuigen van zo een lengte. Dit kunnen smalle wegen zijn met scherpe bochten die niet genomen kunnen worden door een voertuig van deze lengte.
Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat er gebouwen en of andere obstakels zoals verkeerslichten en dergelijke dicht bij de rijbaan geplaatst zijn. Hierdoor heeft het voertuig geen ruimte om zich voort te bewegen of kan dit voor gevaarlijke situaties zorgen.
Verder kunnen rijbaanversmallingen het zelfde tot gevolg hebben.
Hou tevens rekening met bruggen of viaducten in de omgeving. Evenals de mogelijke aanwezigheid van zachte bermen en afgebrokkelde zijkanten van de rijbaan.
C18 – Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord is aangegeven
Dit bord is meestal geplaatst op plaatsen waar de weg zich niet leent voor voertuigen van zo een breedte. Dit kunnen smalle wegen zijn met scherpe bochten die niet genomen kunnen worden door een voertuig van deze breedte.
Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat er gebouwen en of andere obstakels zoals verkeerslichten en dergelijke dicht bij de rijbaan geplaatst zijn. Hierdoor heeft het voertuig geen ruimte om zich voort te bewegen of kan dit voor gevaarlijke situaties zorgen.
Hou tevens rekening met bruggen of viaducten in de omgeving. Evenals de mogelijke aanwezigheid van zachte bermen en afgebrokkelde zijkanten van de rijbaan.
Ook kunnen wegversmallingen een reden zijn waarom dit bord geplaatst is. Bijvoorbeeld een brug die smaller is dan de breedte op het bord. Of bloembakken die geplaatst zijn om de mensen langzamer te laten rijden.
Bij werk in uitvoering op auto(snel)wegen wordt het bord met een breedtebeperking van 2 meter als afbeelding op bord L11 geplaatst.
Als de linkerrijstrook smaller is dan 3,00 meter, dienen brede voertuigen op de linkerstrook geweerd te worden.
C19 – Gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord is aangegeven
Het getal op het bord heeft één decimaal en is altijd 10 tot 20 centimeter lager dan de gemeten doorrijhoogte. Daarnaast mag het getal op het bord niet groter zijn dan 3,9 m. Is de doorrijhoogte hoger, kan het informatiebord L1 worden toegepast tot een maximum hoogte op het bord van 4,40 meter. De gemeten hoogte is dan 4,50 tot 4,60 meter.
Soms wordt door middel van een onderbord aangegeven na hoeveel meter dit verbod geldt. Een ander manier is het voorwaarschuwen voor het object met de beperkte doorrijhoogte door een portaal met een hangende lat te plaatsen, waardoor te hoge voertuigen duidelijk gewaarschuwd worden voor de beperkte doorgang.
C20 – Gesloten voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord is aangegeven
Ook kan een veel te zachte berm waardoor uitwijken voor tegemoetkomend verkeer onmogelijk is, een reden voor plaatsing zijn.
Verder kan het ook zo zijn dat de huizen naast de weg te veel overlast hebben van de passerende voertuigen; trillingen die tot geluidsoverlast of zelfs tot schade aan de huizen kunnen leiden.
Dit bord komt ook voor bij bruggen met een bepaalde maximum belasting, bijvoorbeeld een ophaalbrug, of bij wegen met duikers.
C21 – Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord is aangegeven
Ook kan een veel te zachte berm waardoor uitwijken voor tegemoetkomend verkeer onmogelijk is, een reden voor plaatsing zijn.
Verder kan het ook zo zijn dat de huizen naast de weg te veel overlast hebben van de passerende voertuigen; trillingen die tot geluidsoverlast of zelfs tot schade aan de huizen kunnen leiden.
Dit bord komt ook voor bij bruggen met een bepaalde maximum belasting, bijvoorbeeld een ophaalbrug, of bij wegen met duikers.
C22 – Gesloten voor voertuigen met bepaalde gevaarlijke stoffen
Toepassing en plaatsing:
1.Het bord wordt geplaatst, bij of voor de ingang van tunnels, genoemd in de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen.
2.Het bord wordt voorzien van een onderbord, welke de categorie aangeeft.
Vooraanduiding:
Op autosnelwegen en autowegen wordt een vooraanduiding in de vorm van bord L10 geplaatst.
Door middel van bord K14 kan worden aangegeven welke alternatieve route genoemde voertuigen dienen te volgen.
Er zijn 5 categorieën van tunnels. De categorie van de tunnel wordt op een onderbord aangegeven; de categorieën zijn:
Categorie A: geen beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen;
Categorie B: beperkingen voor gevaarlijke goederen die aanleiding kunnen geven tot een zeer grote explosie;
Categorie C: beperkingen voor gevaarlijke goederen die aanleiding kunnen geven tot een zeer grote explosie, een grote explosie of het vrijkomen van een grote hoeveelheid giftige stoffen;
Categorie D: beperkingen voor gevaarlijke goederen, die aanleiding kunnen geven tot een zeer grote explosie, een grote explosie, het vrijkomen van een grote hoeveelheid giftige stoffen of een grote brand;
Categorie E: beperkingen voor alle gevaarlijke stoffen, behalve voor UN-nummers 2919, 3291, 3331, 3359 en 3373.
C22a – Gesloten voor vrachtauto’s die niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 86d
C22b – Einde geslotenverklaring voor vrachtauto’s die niet voldoen aan de eisen, genoemd in artikel 86d
C23-01 Spitsstrook open
Als de spitsstrook opengesteld is, kun je dit tevens zien aan de groene pijlen die boven het wegdek branden.
Je mag dan over de doorgetrokken streep rijden om de spitsstrook te bereiken.
Tijdens de openstelling van de spitsstrook geldt er een lagere maximumsnelheid.
Aan het aantal witte pijlen kun je zien hoeveel rijstroken er zijn.
Het bord kan worden voorzien van een onderbord. In dat geval luidt de tekst: “Spitsstrook open”.
C23-02 – Spitsstrook vrijmaken
Het bord kan zijn voorzien van een onderbord. In dat geval luidt de tekst: “Spitsstrook vrijmaken”.
Hou rekening met invoegend verkeer als je dit bord ziet. Hou afstand en laat ruimte over voor invoegende bestuurders. Let vooral op bestuurders die op het laatst moment nog willen invoegen.
Indien je op de spitsstrook rijdt: tijdig beginnen met invoegen. Dus kijken, richting aangeven en indien mogelijk invoegen. Daarna meteen weer zorgen voor een veilige afstand en rekening houden met bestuurders die op het laatst nog rechts inhalen en willen invoegen.
C23-03 – Einde spitsstrook
C23-04 – Spitsstrook
vrijmaken